Lezing Doris Schillings - Kunstenaressen: Vanzelfsprekend - geëmancipeerd - gek?

9 maart 2023, van 19:00 tot 21:00 | HuB.

Kosten: Gratis leden, niet-leden 2,50 euro

Deze activiteit heeft in het verleden plaatsgevonden. Klik hier voor alle actuele activiteiten.

Maandelijkse cultuur-historische lezing door kunsthistorica Doris Schillings.

Inhoud

Kunstenaressen moeten meer dan hun mannelijke collega’s sinds de Oudheid tot zeker in het midden van de XX. eeuw meer moeite doen om te kunnen werken.
Toch ontmoet men ook ver teruggaand in de (kunst-)geschiedenis kunstenaressen. Uit de Griekse Oudheid zijn dichteressen, schrijfsters en musiciennes bekend, maar ook schilderessen, vooral van vazen.
In de Middeleeuwen vinden vrouwen aan het hof en in het klooster omstandigheden, die het mogelijk maken als kunstenares te werken. Bekend zijn de componistes Kassia en Hildegard von Bingen; in het Normandische Engeland en in Catalonië zijn borduurwerkplaatsen; er zijn schilderessen van miniaturen, panelen en zelfs van muurschilderingen; ook zijn er dichteressen en schrijfsters, onder wie Christine de Pisan, die „De Stad van de Vrouwen” schrijft.
De Renaissance brengt hier verandering in, die vrouwen in een achtergestelde positie geplaatst, omdat het artistieke werken nu een meer intellectuele betekenis krijgt. In twee categorieën zijn kunstenaressen te vinden: adellijke meisjes tot wier opvoeding ook de kunsten blijven behoren en ‚vrouwen van…’: dochter, vrouw of zus van een kunstenaar.
Met de Verlichting en de Franse Revolutie begint ook een revolutie in de kunst: haar emancipatie. Kunstenaressen echter blijven de ‚vrouw achter de man’, de ‚inspirerende muze’. Pas in de tweede helft van de XIX. eeuw treedt de emancipatie van de vrouw meer naar buiten en zij eisen meer rechten. Beginnend met het Impressionisme zijn er steeds vaker kunstenaressen, al blijft het moeilijk om zich als ‚normaal’ te laten gelden. Berthe Morisot kan hiermee omgaan; Camille Claudel verblijft 30 jaar van haar leven in een psychiatrische inrichting. Kunstenaressen vol zelfbewustzijn, hebben vaak toch nog het voordeel om „vrouw van…” te zijn (Sonja Delaunay) of door het ouderlijk huis financieel onafhankelijk te zijn (Gabriele Münter); of gewoon te doen wat zij moeten doen (Frida Kahlo).
Ook het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog heeft aandeel in de emancipatie van de kunstenares. Opmerkelijk is wel, dat de twee belangrijkste vrouwelijke mecenassen van moderne kunst Gertrude Stein en Peggy Guggenheim, uitsluitend mannelijke kunstenaars helpen bij hun carrière.
Pas de veranderingen in de samenleving na de Tweede Wereldoorlog, een veranderde opvatting over kunst en kunstenaarschap, de nu ver gevorderde emancipatie van de vrouw, laten een klimaat ontstaan, waarin het ook voor vrouwen mogelijk is kunstenares te zijn, zonder dat dit als een vreemde levenskeuze wordt ervaren.

Aanmelden: info@bibliotheekkerkrade.nl
of 045 -763 0520